Leren veilig op pad te gaan

Voor kinderen is op pad gaan en buiten spelen onmisbaar voor hun ontwikkeling. In delen van de woonwijk wordt soms te hard gereden, soms zelfs door ouders van (jonge) kinderen zelf. Het is belangrijk je zelf bewust te zijn van de risico’s, die dit voor kinderen kan opleveren, en het goede voorbeeld te geven door rustig te rijden in de wijk. En het is belangrijk je kind te leren waar het veilig kan spelen.

  • Zie je kinderen? Pas dan op! Pas jouw snelheid aan bij scholen, speelplaatsen en in woonwijken.
  • Wees alert op plotseling overstekende kinderen en op kinderen die slingeren met hun fiets.
  • Check regelmatig je snelheid (uiteraard wel met aandacht voor de weg). Zo rijd je nooit ongemerkt te hard.
  • Zorg dat je op tijd vertrekt. Dat geeft rust en zorgt ervoor dat je niet hoeft te haasten in het verkeer.
  • Begeleid je kinderen bij het spelen en lopen of fietsen in de wijk.
  • Benoem onderweg wat je doet en welke keuzes je maakt: "Hier gaan we oversteken, eerst naar links kijken, dan naar rechts en dan nog een keer naar links".
  • Geef het goede voorbeeld in het verkeer.
  • Spreek af tot waar ze mogen gaan.

Bekijk samen de verkeersplaat

Verkeersopvoeding

Veilig deelnemen aan het verkeer is moeilijk, vergt jarenlange educatie en veel oefening. De school geeft verkeersles aan de kinderen. Maar om goede verkeersdeelnemers te worden, hebben kinderen ook veel praktijkervaring nodig. Voor u als ouders ligt hier een belangrijke taak. Wij geven u graag een paar adviezen.

Tips

Geef zelf het goede voorbeeld.

Als ouder heeft u een voorbeeldfunctie. Uw kind kijkt de kunst van het leven bij u af. Als u zichzelf niet aan de verkeersregels houdt, kunt u ervan uit gaan dat uw kind uw onveilige gedrag overneemt. En dat terwijl kinderen zich veel minder bewust zijn van eventuele risico’s. Gelukkig geldt het omgekeerde ook: goed voorbeeld doet goed volgen.

Oefenen & oefenen & nog eens oefenen.

De verkeersregels kan uw kind uit een boekje leren, maar het goed toepassen van de regels leert uw kind alleen in de praktijk. Voor het leren beoordelen van verkeerssituaties hebben kinderen veel ervaring nodig. Hoe ver is die auto nog weg? Hoe hard rijdt-ie? Wat kan ik verwachten dat–ie gaat doen? En hoe moet ik reageren?

U ziet het waarschijnlijk in één oogopslag, maar uw kind moet dit allemaal nog leren. En dat lukt alleen door allerlei verschillende verkeerssituaties heel vaak mee te maken. Hoe vaker uw kind een regel of vaardigheid heeft geoefend, hoe makkelijker het hierop kan terugvallen. Ook in situaties waarin uw kind de gedachten er niet helemaal bij heeft.

Begin vroeg met oefenen.

Jong geleerd is oud gedaan’ is ook van toepassing op gedrag in het verkeer. Door uw kind op jonge leeftijd goede gewoontes aan te leren, is het op latere leeftijd beter bestand tegen groepsdruk, bijvoorbeeld wanneer het samen met leeftijdgenoten naar de middelbare school fietst.

Bespreek het gewenste gedrag.

Uiteraard mag u uw kind corrigeren als het iets doet wat onveilig is. Maar het is minstens zo belangrijk om uw kind te leren hoe het wel moet. Leg daarom regelmatig uit wat u doet en waarom. Betrek uw kind bij de keuzes die u maakt. Bepaal samen wat een veilige plek is om over te steken, kijk samen uit en beslis samen wanneer het veilig is. Zo geeft u uw kind steeds iets meer verantwoordelijkheid. Geef complimenten als het goed gaat.

Laat uw kind verantwoord risico lopen

Het is logisch dat u uw kind wilt beschermen. Tegelijkertijd weet u dat er een moment komt dat uw kind zelfstandig het verkeer in zal gaan. Om ervoor te zorgen dat uw kind dan beslagen ten ijs komt, is het zaak om het daar nu al op voor te bereiden. ‘Beschermen’ betekent daarom ook: samen doen, veel oefenen en uw kind stukje bij beetje de ruimte te geven om alleen het verkeer in te gaan.

Van jaar tot jaar

4-6 jaar

Voor kleuters is 'zelf doen' heel belangrijk. Zelf leren fietsen is een feest, maar ook moeilijk: opstappen, bochten maken, remmen. Dat vraagt zoveel aandacht, dat zelf fietsen in druk verkeer nog niet verstandig is. Samen lopen is beter. Het is belangrijk dat uw kind daarbij actief meedoet. Bepaal samen waar u gaat oversteken. Kijk samen naar 'de ene kant - de andere kant - de ene kant'. En beslis samen wanneer alles veilig is en u naar de overkant kunt. In rustige straten kunt u uw kind de gidsrol geven.

6-8 jaar

Als ze wat ouder worden, begrijpen kinderen beter wat verkeersregels zijn. Ook leren ze om zich in te leven in anderen. Ze kunnen vaak al aardig fietsen, al blijft sturen én opletten een lastige combinatie. Ga regelmatig samen te voet en op de fiets op stap en oefen vaardigheden als hand uitsteken en het aankijken van andere verkeersdeelnemers. Complexe verkeerssituaties kunnen kinderen op deze leeftijd nog niet overzien.

8-10 jaar

Naarmate ze ouder worden, willen kinderen graag zelfstandig op stap. Ze kennen al heel wat verkeersregels, maar kunnen die nog niet altijd foutloos toepassen. Ze kunnen wel beter inspelen op andere verkeersdeelnemers, maar zijn ook nog steeds speels en snel afgeleid. Blijf dus samen oefenen en zoek daarbij steeds ingewikkelder verkeerssituaties op. Besteed ook aandacht aan moeilijke handelingen zoals omkijken, hand uitsteken en linksaf slaan.

10-12 jaar

Kinderen gaan steeds verder van huis. Ze zijn nu oud genoeg om de verkeersregels te begrijpen en zich er aan te houden. Maar onder invloed van leeftijdsgenoten kunnen ze ook roekeloos zijn. Nieuwe situaties blijven spannend. Oefen dus samen de routes die het kind wil gaan fietsen en bespreek de lastige punten.

Ouder tipkalender