Meerijden in de auto

Kinderen rijden regelmatig mee in de auto. Dit doen ze niet alleen met jou als ouder. Maar ook wel eens met de ouders van vriendjes en vriendinnetjes. Het is belangrijk voor een kind om tijdens het meerijden te leren hoe je kind zich moet gedragen, maar ook hoe je je als algemene verkeersdeelnemer, dus ook als bestuurder je gedraagt. Neem je kind liefst mee in een autostoel op de achterbank. Dat is de veiligste plek. Leer je kind ook om de bestuurder niet af te leiden tijdens het rijden. 

Bekijk samen de verkeersplaat

Kinderzitjes

Kinderen tot 1,35 meter moeten in een goedgekeurd autokinderzitje zitten. Zowel voorin als achterin de auto. Dit moet altijd, of je kind nu in jouw eigen auto zit of bij iemand anders in de auto. Zet een baby alleen in een autozitje op de vooorstoel als de airbag is uitgeschakeld. Kinderen groter dan 1,35 meter moeten voorin en achterin de auto de autogordel om en mogen als het nodig is een zittingverhoger gebruiken. Je mag niet meer personen vervoeren dan er zitplaatsen met een gordel in de auto aanwezig zijn. 

Ouder tipkalender